Het is een stukje theorie, maar wil je aan de slag met kruiden, en dan niet puur holistisch, maar ook om een kwaal(tje) of probleem te verlichten / aan te pakken, een huidtonic te maken of iets anders natuurlijks om op je huid te gebruiken. Dus in het ruim gezegd, een middel wilt maken… dan moet je toch het een en andere weten over wat er in planten zit.
BITTERSTOFFEN:
– je hoort het in de naam zelf: de stof zorgt ervoor dat het kruid algemeen bitterder smaakt
– oplosbaar in water en alcohol
Werking:
Bitterstoffen werken eetlustopwekkend, betere werking van de maag, betere vertering waardoor je minder maaglast hebt, betere opname van voedingsstoffen
Opmerkingen:
Gebruik geen bitterstoffen als je maagaandoeningen hebt, zoals maagonsteking, maagzweer.
Bitterstoffen zijn in kleine hoeveelheden werkzaam
Voorbeelden van planten met bitterstoffen:
Bijvoet – Rozemarijn – Paardenbloem – Engelwortel
LOOISTOFFEN:
– Looistoffen of tannines zijn stoffen die vermoedelijk de plant zelf een beschermende functie geeft tegen infecties en indringers, ze wordt dan ook hoofdzakelijk gevonden in de weefsels van planten (de schors, schil, vruchten en zaden)
– Oplosbaar in water en alcohol
– De werking wordt ongedaan gemaakt in aanraking met melk, alkaloïden of zuurstof
Werking:
– Ze zijn nuttig bij het ‘looien’ van de huid – het verstevigen van je huid, maar ook om roodheid te verminderen
– Ze werken samentrekkend, waardoor ze kan ingezet worden bij o.a. diarree, maag/darmwandonstekingen
– Looistoffen werken bloedstelpend en spelen een rol bij overmatige bloedingen (menstruatie, wonden)
– Looistoffen werken mild ontstekingsremmend
Opmerkingen;
Over het algemeen zijn looistoffen veilig
Voorbeelden van planten met looistoffen:
Agrimonie – Braam – Eik – Duizendblad – Wilg – Tijm – Herderstasje
SLIJMSTOFFEN:
– Ook hier zegt de naam het zelf: de stof kan vrij grote hoeveelheden water binden in een slijmerige oplossing (gel).
– De slijmstoffen komen pas in werking na het absorberen van water (in koud water beter dan warm water), in alcohol slaan ze neer
Werking:
– Verzachtend: bij mond, keel (denk maar aan hoestsiroop), maag/darmontstekingen
– Weken laxerend: bij constipatie, maar kunnen ook verzachtend werken door het laagje dat ze leggen in de maag/darmen bij diarree
– Verminderen de eetlust, zorgen voor een snellere verzadiging
– Zijn bloedsuikerverlagend
– Cholesterolverlagend
Voorbeelden van planten met slijmstoffen:
Driekleurig viooltje, Heemst, Kaasjeskruid, Smalle Weegbree
ALKALOIDEN:
– Dit zijn inhoudsstoffen, die bij planten met veel stikstof voorkomen
– Onoplosbaar in water, maar goed oplosbaar in dierlijke / plantaardige vetten en voldoende hoog alcohol
Werking:
– Worden gezien als geestverruimende stof
– Alkaloiden worden gebruikt als pijnstilling, verdovend.
– Ze worden ingezet in kalmeringsmiddelen
– Zijn slijmoplossend en verzachtend bij bv. astma, bronchitis
– Zenuwversterkend
Opmerkingen:
Ze zijn wel bruikbaar, maar opletten geblazen!!!! er is snel gevaar tot overdosering, wat tot toxische nevenwerkingen kan leiden. Bepaalde planten zijn zondermeer giftig te noemen en mogen niet gebruikt worden
Voorbeelden van planten met alkaloiden (veilig mits aandacht):
Stinkende Gouwe, Valeriaan, Vlier, Duizendblad, Rozemarijn. Kruiden uit de papaverfamilie
GLYCOSIDEN:
– Dit zijn een groep van chemische stoffen, die enkel in planten voorkomt. Ze zijn opgebouwd uit een suiker en een niet-suiker.
– Ze zijn oplosbaar in alcohol van 50 a 70% en in water
Werking:
– Stimulerend op de spijsvertering
– Hebben een laxerende en desinfecterende werking op maag en darmen en op de slijmvliezen
– Anti-septische werking op de urinewegen (drijven vocht af)
– Anti-reumatische, ontstekingsremnde werking
– Koortswerend
– werkt als anti-oxidant
Opmerkingen:
– langdurig gebruik vermijden
– in grote hoeveelheid zijn ze giftig
Voorbeelden van planten met Glycosiden:
Driekleurig viooltjes, Klaproos, Kamille, Mariadistel, Meidoorn, Smalle Weegbree, Moerasspirea, Zoethout, Ruwe Berk
SAPONINEN (Zeepstoffen):
– Saponinen komen aan de naam “zeep” – stoffen, omdat ze als je ze schudt in water, voor een laagje schuim zorgen.
– Je hebt triterpenoide saponinen (triterpenen) en steroide saponinen. De eerste zijn verbonden aan triterpenen (die term kom je soms tegen in boeken), de andere hebben een verwantschap met hormonen, cholesterol, Vitamine D.
– Wist-je-datje: de eerste pil gemaakt werd uit de wortel van verwate dioscorea-soorten (plantensoort) die veel steroide saponinen bevat
Werking:
– Ze hebben de eigenschap de meeste vetten te kunnen oplossen, worden dan ook gebruikt in producten voor cosmetische doeleinden (haarwater,…) – uitwendig gebruik
– Bevorderen het oplossen van slijm
– Verbeteren de vertering en zorgen voor een betere opname van voedingsstoffen
– Steroide saponinen hebben het effect dat ze geslachts- en driftbevorderend werken. Ook is er een fyto-oestrogene werking waardoor je ze kan inzetten bij menstruatieklachten (opvliegers, nachtzweten,…) en stemmingswisselingen
– Versterkend effect op de aanmaak van de lichaamseigen cortisone
Opmerkingen:
– wellicht ben je het nooit van plan, maar ik moet het toch meegeven: nooit injecteren! want ze zijn giftig in de bloedbaan
Voorbeelden van planten met Sapinen:
Steroide saponinen: Fenegriek
Triterpenoide saponinen: Zeepkruid, Griekse alant, zoethoet, Kimop
ETHERISCHE OLIËN:
– Er zijn heel wat planten die zeer aromatisch zijn. Als je ze heel goed ruikt dan zit er sowieso veel Etherische olie in.
– Deze komen vrij door waterdampdestillatie of persen
Werking:
– Fenolen zijn de krachtigste antiseptische verbinding binnen de etherische olie. (de antibiotica van de fytotherapie)
– Onstekingswerkend, soms koortswerend
Voorbeelden van planten met veel etherische olie:
Fenolen: Tijm – Wilde Tijn – Kaneel – Kruidnagel
Rozemarijn – Salie – Pepermunt – Karwij – bijvoet
En dan heb je natuurlijk ook nog de vele VITAMINEN, MINERALEN, EIWITTEN, KOOLHYDRATEN,…
Wil je hier meer over weten dan raad ik je aan om hier verder in te duiken in wetenschappelijke boeken zoals o.a. deze van Peter Verhelst, of kruidgerelateerde boeken die niet enkel een kruid beschrijven, maar ook fytotherapeutische beschrijvingen meegeven.
